Advies Statistiek zeewaterstand en wind voor kust t.b.v. BOI

Het directoraat-generaal Water en Bodem (DGWB) vraagt de mening van het ENW over de nieuwe methode voor het afleiden van de zeewaterstand-statistiek en windstatistiek voor de kust. Doel van de methode, die nog ontwikkeld wordt, is de hydraulische belastingen voor het Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium voor de primaire waterkeringen (BOI) toepassingsgerichter en toekomstbestendiger te maken. De nieuwe modelreeksen zullen voor een veel langere duur data bieden dan de huidige beschikbare meetreeksen.

Het project is opgedeeld in de fasen 0 tot en met 3, waarvan 0 en 1 zijn afgerond. Het ENW acht de overstap van fase 1 naar fase 2 en toepassing in de eerstvolgende uitlevering van het BOI verantwoord. Het gebruik van de resultaten van de ECMWF-WAQUA-modelreeksen ziet het ENW als een zeer adequate methode om te komen tot een grotere, toekomstbestendige dataset. Deze kan bovendien informatie geven over het tijdsverloop van de stormen. De grotere dataset levert een lagere parametrische onzekerheid op van de verdelingsparameters (locatie, schaal en kromming).

Het ENW waarschuwt wel dat de lagere onzekerheid teniet kan worden gedaan door de introductie van een grote modelonzekerheid. Het lijkt daarom raadzaam een beschouwing toe te voegen van het effect van de modelonzekerheden op zowel de kromming als de onzekerheidsbanden van de zeewaterstand. Verder noemt het ENW nog vijf belangrijke kwesties die nadere aandacht verdienen, zoals de vraag wat de consequentie is van het nog niet voldoen van het instrumentarium in de oostelijke Waddenzee.

Voor Fase 3 van het ontwikkeltraject worden enkele belangrijke suggesties en aandachtspunten gegeven. Dit zijn onder meer het onderzoeken van de juiste parameters om de statistiek op te baseren en de vraag of de aanpak ook zal werken als er sprake is van significante zeespiegelstijging.